woensdag 30 juni 2010

ik heb geprobeerd een verhaal te schrijven, maar als ik niet weet wat iemand er van vind, kan ik niet zo goed verder schrijven!
ik zal laten zien wat ik al heb, reargeer je even als je het hebt gelezen?
xx

12 Juni -- ’s middags
Bij Sarah. Ik lig op mijn rug in het koude gras.
De vogels fluiten alsof ze elkaar uit de lucht moeten verjagen.
De wind laat de bladeren knisperen en de zon brand op mijn hoofd.
Sarah zit in kleermakerszit op de grond en leest een boek (hét boek).
Deze momenten duren eeuwig, maar zijn toch zo zeldzaam.
Met 17 jaar aan levenservaring grijp ik een graspol beet en ruk hem uit de grond.
Ik weet niet waar de drang altijd vandaan komt, maar als ik daar zo zit voelt het alsof ik de grond onder het gras, de frisse lucht moet geven die ik zo aanbid.
Op dit soort zomerdagen, is de Engelse lucht zo drukkend dat je je gezicht wel in de koude grassprieten kan drukken, zoekend naar lang vergane douw.
Zou de grond ook maar een keer ergens om schreeuwen? Ook maar een keer zeuren als ik het gras te laat oplicht?
Nee.
Dat weet ik zeker.
De grond is van iedereen, en houd van iedereen, voorbeeld: iedereen mag er op lopen, iedereen mag er een huis op bouwen, en iedereen mag er een boompje in planten, om ijverig groeien te gaan.
De grond is voor mij altijd een symbool geweest van nieuw leven. Altijd vruchtbaar.
Ik sta op en loop naar Sarah.
12 Juni -- ’s avonds
Thuis. Mama ligt languit op de bank, en ik zit aan de keukentafel.
Ik schrijf, mama slaapt.
Haar regelmatige ademhaling maakt me rustig.
Het blaadje met aantekeningen staat inmiddels vol krassen en doorgehaalde woorden.
Als ik ooit nog een brief aan mama wil schrijven dan moet ze het natuurlijk wel kunnen lezen.
Mamma, nooit heb ik gerekend op een moment als deze.
Ik ben naar Frankrijk, vraag me niet waarom, maar laat me gaan.
Ik ben oud genoeg om te kunnen beslissen hoe en waarheen ik reis.
Ik zal je de details besparen, maar als je leest wat ik heb geschreven (in mijn dagboek) zal je alles wel begrijpen.
Als ik de kans krijg om terug te komen zal ik dat zeker doen, maar nu is het te vroeg.
Lees wat ik schrijf en doe verder niets, het komt wel weer goed allemaal.
En misschien zal er ooit wel in dit dagboek een gelukkig einde komen te staan.
Mama, ik hou heel veel van jou en ik kom zo snel mogelijk terug.
XX Vicky
En toen ik dat had geschreven voelde ik al spijt, nu kon ik gewoon niet meer terug.
Ik kon natuurlijk de brief die ik had zitten schrijven verbranden of in duizend stukjes verscheuren en hem daarna opeten.
Maar ik kon de kracht daartoe gewoon niet opbrengen.
Ik begin met het begin, die ene dag waarop ik het dagboek vond van een meisje.
27 Mei – (bijna) ’s middags
Sarah en ik lopen de bibliotheek binnen, meestal ben ik daar niet graag, als kind heb ik een keer in de leeshoek van de kleuters geplast.
Ik moest heel nodig maar ik durfde niet te vragen war de wc was.
Maar laat ik daar niet verder over uitweiden, de bieb is er nooit achtergekomen dat ik het was en ik was ook niet van plan om het ze te zeggen.
Sarah’s oog viel op een grote ijzeren bak die op vier gammele poten een immense stapel boeken omhoog hield.
Sarah pakte me bij mijn arm beet en trok me richting de bak.
“Deze bak ligt echt vol troep!”Roept Sarah, en ze wijst naar een oud bruin leren boek dat tussen de geplastificeerde losgetrokken en stukgelezen kaften van de anderen boeken ligt.
Ik weet niet zo goed wat ik er van moet denken, zoveel mensen die al die boeken even als hun eigen bezit mochten voelen, al die boeken waar ik weet niet wat mee is gebeurd.
Maar het boek trekt nog steeds mijn aandacht, ik pak het vast en merk meteen dat het anders is dan alle andere boeken in de bibliotheek.
Alle boeken hier zijn voorzien van een kartonnen streepjescode die met een stuk plastic is bevestigt op de omslag.
Dit boek geeft geen enkel teken van thuishoren hier.
Het past niet tussen de boeken die hier torenhoog staan, en alle handen toelaten die hopeloos op zoek zijn naar iets van echte literatuur.
Vele boeken hier zijn gelezen, en dat laat zijn sporen na.
Dit boek ziet er oud uit maar is toch zo ongeschonden.
Alsof het hier al jaren ligt maar nog nooit iemand er ook maar een vinger naar heeft uitgestoken.
Ik weet niet of het daarom was maar ik durfde het niet open te maken, bang dat er ineens iemand naar me toe zou komen en zou zeggen: “Wat doe jij met dat boek, dat boek mag je volstrekt niet openmaken!”.
Rare gedachte maar toch durfde ik het niet aan.
“Sarah?”
“Hmm..” antwoordde ze.
“Hoeveel mensen zouden dit boek gelezen hebben?” vroeg ik me hardop af.
“Ik zou het werkelijk niet weten Mevrouw Bloem, en ik hoef het ook niet te weten.” Antwoordde ze afwezig.
Ik hoopte op een interessant antwoord van haar, maar dat kon ik eigenlijk niet verwachten, ik ken haar al zo lang en toch verwacht ik dingen van haar die (dat weet ik zelf maar al te goed) ze toch niet waarmaakt.
Maar al met al is het een hele lieve vriendin die af en toe een tikkeltje bot is, en al mijn vriendjes afkraakt, maar ze is best aardig.
Ik leerde haar kennen toen we ons eerste jaar op de middelbare school bij elkaar in de klas zaten, en samen een project moesten doen, we vonden de leraar allebei verschrikkelijk aardig, (ahum!) en daarom deden we ook allebei verschrikkelijk ons best. (ahum!)
Nu we allebei klaar zijn met school, vind ik het fijn om op vrije dagen als deze samen met haar op ontdekkingstocht te gaan. (zo noemen we het; dingen die we eigenlijk nooit doen, toch maar eens gaan ontdekken dat we eigenlijk niks gemist hebben.)
De drukkende stilte in het zaaltje van de bibliotheek deed me denken aan een verlaten klaslokaal.
Ik begon spontaan te fluisteren: “Sarah? Dit boek is volgens mij geen eigendom van de bibliotheek, maar ik wil het toch graag lenen, als ik naar de balie toeloop willen ze vast weten hoe ik hieraan kom. Wat moet ik nu doen?”
“Je stopt het gewoon in je tas.” Zei Sarah hardop. Als het niet van de bibliotheek hier is zullen ze het ook niet missen. Voegde ze er aan toe.
Dat was waar! Dacht ik, en ik propte het boek in mijn tas.
“Kom laten we hier weggaan, het is hier saai!”zei Sarah, en ze trok me mee de bieb uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten